Kruidentuin
Een eigen kruidentuin
Kruiden zitten vol vitaminen en mineralen, ze hebben een specifieke geur en smaak, en van hun inhoudsstoffen hangt af waarvoor je ze kunt gebruiken. Met kruiden kunnen we kleine kwalen verhelpen en grote kwalen zelfs voorkomen, of we kunnen ze gebruiken omdat ze lekker zijn.
Een eigen kruidentuin
Meer weten?Hoe begin je aan een eigen kruidentuin?
Hoe begin je aan een eigen kruidentuin? Allereerst: in welke aarde ga je planten? Als het alleen zand is, ga dan googlen welke planten je op zand kunt zetten. Is het pure klei, dan zul je de bovenlaag moeten vermengen met tuinaarde willen er kruiden kunnen groeien. Is het gemengde aarde, dan kun je veel kanten op.
Maak de grond eerst los en haal er zeker de grassoorten uit. (Paardenbloem kun je laten staan, het is een superkruid: de jonge blaadjes in de sla, de bloemen af en toe in de sla, en de wortels in het najaar oogsten om te drogen en er afkooksels van te maken. Een beetje brandnetel kun je ook laten staan.)
Je kunt ook meerdere plekken in je tuin creëren: een droge plek (geen water geven), een licht vochtige plek (regelmatig water geven), een plek daartussenin (alleen water geven bij langdurige droogte).
Hieronder volgen enkele combinaties van voornamelijk tuinkruiden of kruiden die je in een salade kunt verwerken. Ze zijn allemaal eetbaar en hebben ook medicinale kwaliteiten. De Latijnse namen staan erachter om een eventuele verwisseling te voorkomen. Als je googelt naar bijvoorbeeld ‘biologisch zaad kruiden’, kom je vanzelf op een site waar je biologisch zaad kunt bestellen.
Op een stuk droge grond (sommige hebben wat extra kalk nodig)
Bonenkruid (eenjarig Satureja hortensis, of bergbonenkruid Satureja montana)
Hysop (Hysoppus officinalis)
Oregano of wilde marjolein (Origanum vulgare)
Tijm (Thymus vulgaris, maar er zijn meerdere soorten)
Op een licht vochtige, humusrijke grond
Basilicum (basilicum, maar er zijn meerdere soorten)
Citroenmelisse (Melissa officinalis)
Dille (Anethum graveolens)
Dragon (Franse) (Artemisia dracunculus)
Kervel (Anthriscus cerefolium)
Koriander (Coriandrum sativum)
Knoflook (Allium sativum) (koop een bio-knoflookbol en plant de teentjes)
Lavas (Levisticum officinale)
Pepermunt (Mentha x piperita, maar er zijn meerdere muntsoorten)
Peterselie (Petroselinum crispum)
Bieslook (Allium schoenoprasum)
Op een stuk aarde waar je weinig tot geen water hoeft te geven
Duizendblad (Achillea millefolium)
Goudsbloem (Calendula officinalis)
Kamille, echte (Matricaria recutita)
Klein kaasjeskruid (Malva neglecta)
Moederkruid (Tanacetum parthenium)
Oost-Indische kers (Tagetes, er zijn meerdere soorten)
Prunella of gewone brunel (Prunella vulgaris)
Rode klaver (Trifolium pratense)
Tuinzuring (Rumex rugosa)
Venkel (Foeniculum vulgare)
Viooltje, driekleurig (Viola tricolor)
Van sommige kruiden houd je genoeg zaad over om die het jaar erop weer in te zaaien. Sommige kruiden planten zichzelf voort. Houd bijvoorbeeld de oregano, citroenmelisse, pepermunt en duizendblad in de gaten, daar heb je al snel teveel plantjes van. Als je vrienden met een tuin hebt, vraag ze dan of ze misschien een wortelstek (stuk van een wortel) of een stek door een kruid te scheuren, of een uitloper of een stengelstek van hun kruiden kunt krijgen. Het is leuk om met anderen uit te wisselen. Kruiden als basilicum, dille, kervel, koriander, peterselie, tuinzuring en venkel moet je wel elk jaar zaaien. Heel veel succes! De kruiden leren je hoe je met ze moet omgaan.